Referentieniveaus beschrijven wat leerlingen moeten kennen en kunnen voor rekenen (van primair onderwijs tot en met hoger onderwijs). Hier gaat het om beheersingsdoelen. Wat moeten leerlingen kennen, kunnen en begrijpen op verschillende momenten in hun onderwijscarriëre? Het referentieniveau van rekenen heeft verschillende vormen. Er zijn 2 niveaus die kinderen op de basisschool moeten hebben gehad: niveau 1F en niveau 1S.
Het fundamentele niveau “1F” wordt meestal wel behaald of bijna behaald. Maar op 1 of andere manier is dat veel lastiger voor het streefniveau “1S”. Minder dan de helft van de kinderen uit groep 8 behalen dat niveau en volgens de onderwijsinspectie moet minimaal 65% van de kinderen niveau 1S behalen. Dus het probleem ligt bij niveau 1S en de laatste jaren daalt het percentage leerlingen die het daadwerkelijk behalen.
Bij de vorming van onze lessen focussen we dus vooral op niveau 1S. Hoe meer kinderen dat niveau behalen, hoe hoger de rekenresultaten zullen worden. Bij ons grote onderzoek keken we dus wat de leerlingen moeten kennen en kunnen voor het niveau en hoe wij het in de unieke lesvorm kunnen geven.
In de bovenstaande tabel is te zien dat het rekenniveau het laagst is in vergelijking tot lezen en taalverzorging. Niet alleen het mist, maar ook nog eens vel onder het ambitie percentage van 65%. Het was namelijk 47,1% in 2018-2019. Dat is bijna 18% te laag.
En met alle kwesties die in het onderwijs zijn, bijvoorbeeld het leraren tekort, zal het helaas niet vanzelf verbeteren. En daarom is het Uitzendbureau Rekenleraren Basisonderwijs een goede oplossing om die grote achterstand in te halen. Wil je meehelpen om het rekenniveau van de Nederlandse basisscholen te verhogen? Bekijk dan de vacatures bij URB-onderwijs.
Dus op naar hogere resultaten!!!
Een ster in rekenen